-
1 assoupir
assoupir [aasoepier]2 verdoven ⇒ verzachten, bedaren, sussen1 insluimeren ⇒ indutten, indommelen2 verdoofd worden ⇒ verzacht, gekalmeerd worden -
2 engourdir
engourdir [ãgoerdier]1 gevoelloos maken ⇒ verlammen, stijf maken, verkleumen2 traag maken ⇒ verdoven, versuft maken♦voorbeelden:2 traag worden ⇒ verdoofd raken, verslappenv1) gevoelloos maken, verlammen2) verdoven
Перевод: с французского на нидерландский
с нидерландского на французский- С нидерландского на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский